Zoveel leiders, zoveel leiderschapsstijlen. Wat wel opvalt is dat de leiderschapsstijl de voorbije jaren ontwikkelt van directief naar participatief. De mate van inspraak neemt toe op een manier zoals we dat in de hele maatschappij zien gebeuren. Mensen willen meer inspraak! Iets wat al in 2002 in een studie van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid vastgesteld werd.
Doen wat je altijd deed?
De leiderschapsstijl verandert met de behoefte naar inspraak mee. Zo moeten we ons nu steeds meer opstellen als coachend leider of zelfs democratisch leider. Niet elke leider gaat mee in die verandering: veelal omdat het niet prettig voelt of ‘ze het nou eenmaal altijd anders gedaan hebben’. Dat herkennen ook onder troaches: allemaal hebben zij een militaire connectie. Zij zijn of waren militair en worden of werden ingezet tijdens diverse missies. Zouden zij altijd dezelfde leiderschapsstijl toepassen in elke situatie? Is democratisch-leiderschap of bureaucratisch-leiderschap in elke situatie effectief? Wat als we dit doortrekken? We passen altijd en overal een leiderschapsstijl toe! Trainen we dan niet een bepaald gedrag in? Als je altijd een mogelijkheid krijgt tot inspraak wordt dat dan niet gevoelsmatig een recht? Krijg je nooit de mogelijkheid om mee te denken word je dan niet passief?
De meest voorkomende leiderschapsstijlen
Maar welke smaken zijn er eigenlijk allemaal? Een rondje zoekmachine levert de volgende lijst met leiderschapsstijlen op in willekeurige volgorde, elk met een eigen mate van inspraak.
– Bureaucratische Leiderschap
– Coachende Stijl Leiderschap
– Transactioneel Leiderschap
– Transformationeel Leiderschap
– Strategisch Leiderschap
– Laisser-Faire Leiderschap
– Autocratisch Leiderschap
– Democratisch Leiderschap
Hersey en Blanchard onderzochten welke stijl de beste is. De conclusie? In elke situatie is een andere stijl van leidinggeven nodig. Soms moet je meer uit handen geven en soms juist meer sturen, zoals terug te zien is in hun model situationeel leiderschapsmodel (SLM).
Effectiviteit
In de praktijk wordt en leider vooral afgerekend op meetbare resultaten binnen het team of de organisatie. Maar mensen zijn niet altijd effectief, door bijvoorbeeld een gebrek aan kennis of doordat zij niet weten dat ze beschikken over een talent.. Dat maakt Joseph Luft inzichtelijk in het Johari Window [afbeelding]. Zoals eerder benoemd, vraagt elke situatie om een andere leiderschapsstijl. Het SLM-model van Hersey en Blanchard laat zien dat hoe taakvolwassener iemand is, des te meer verantwoordelijkheid en dus vertrouwen gegeven kan worden. Hoe minder iemand bekend is met een situatie of materie, hoe meer instructie/begeleiding nodig is om effectief te kunnen zijn.
Doen wat nodig is
Deze twee modellen laten samen zien dat effectief leiderschap gedaan draait om doen wat nodig is.
Dat hoeft niet per se bij jou als leider te passen: ook hierin kun je groeien. Als leider heb je heel veel factoren niet zelf onder controle. Dat zijn meestal omgevingsfactoren waar je als team of organisatie op in moet spelen. De mensen dan bewust en positief beïnvloeden om gewenst gedrag te vertonen waardoor samen het gewenste resultaat behaald wordt, dát is effectief leiderschap. Niet altijd goed of efficiënt, maar wel waar het uiteindelijk om draait.